Je bent vrouw en misschien ook wel moeder. Dan ligt het zowat in je genen en heb je waarschijnlijk van je eigen moeder, oma, tante of buurvrouw geleerd, dat jij verantwoordelijk bent voor de zorg van iedereen om je heen.
Je groeit ermee op en opeens zit dat stuk helemaal vast geroest.
Ergens vind je het ook wel fijn, want je ervaring leert dat mensen blij zijn als er voor hen gezorgd wordt. Je bent trots of blij als anderen je bedanken en het geeft je een goed gevoel als je de ander helpt.
Natuurlijk is het niet altijd rozengeur en maneschijn. Je zorgt je soms te pleuris.. Je wast en strijkt, je kookt en ruimt op. En iedereen om je heen vind dat ineens heel normaal en worden soms nog slordiger ook.
Meestal is dat met een boze bui weer een paar dagen opgelost.
Hoe anders is het als het zorgen bestaat uit je zorgen maken.
Je bent zo gewend alle gevaren uit de weg te ruimen door telkens een stapje voor de ander te staan. Ze te waarschuwen voor alle gevaren en valkuilen die het leven met zich mee brengt dat je er zelf slapeloze nachten van hebt.
Hier heb je dus een punt bereikt dat het zorgen te ver gaat. Degene waar je voor wil zorgen doet van alles waar jij grote vraagtekens bij zet.
En dan komt die stomp in je maag.
Jouw goedbedoelde zorg schiet zijn doel voorbij.
Ook al wil jij het niet, de ander trekt ineens zijn eigen plan. Of het nu je kind, je zus, je vriend of vriendin is of je moeder. Ze hebben het recht om hun eigen fouten te maken. Hun eigen leermomenten te kiezen. Soms bewust vaak onbewust. Maar alleen dan leren ze het leven kennen. Leren ze wat goed is en wat niet. Waar ze pijn door krijgen en wat geluk brengt. Ben jij overbezorgd dan gaat dat een keer mis. Je word er zelf doodongelukkig van en de ander probeert zich uit alle macht van je los te maken. Dat is de natuurlijke loop van het leven.
Het wordt tijd dat je de verantwoordelijkheid weer af gaat geven aan de ander. En dat stapje terug gaat zetten naar zorgen.
Je hoeft niet helemaal los te laten.
Zorgen voor betekend: ” Als je valt, raap ik je op. Als je verdriet hebt, zorg ik voor troost. Als je wil praten, luister ik. En verder mag jij je leven invullen zoals jij dat wil.”
Je kunt niet beter voor iemand zorgen (en voor jezelf) dan er naast te lopen en er op te vertrouwen dat ze de juiste weg zelf vinden.
" Niets in de wereld kan je zoveel zorgen geven als je eigen gedachte".